Mid-Life 1
Ga er eens van uit dat wij gemiddeld zo’n 80 jaar oud worden, dan heb je kennelijk drie fases. Voor het gemak noemen wij die ‘jong’, van 0 tot 30, ‘mid’, van 30 tot 50 en ‘oud’, alles boven de 50 jaar. Dus, 70 is het nieuwe 60, of 60 het nieuwe 50, allemaal ‘crap’, je bent dan gewoon oud. En wat maakt het uit, je bent er nog, je leeft nog.
Rest natuurlijk, vooral voor de categorie ‘oud’, hoe leef je dan? De ‘quality of life’ vraag. Dat hangt helemaal af van hoe je de periode ‘mid’ doorgekomen bent, pensioen opgebouwd hebt, bestendige partner gekozen, veel of weinig drugs gebruikt, gezopen of aan je borreltje genipt. ‘Jong’ is leuk en heeft niet zo veel om het lijf, je doet maar wat. Je krijgt de meest fantastische adviezen die je met dezelfde snelheid naast je neer legt, ‘zelf doen’ is het devies. Zelf ontdekken, zelf op je bek gaan, successen vieren, alles is nieuw en allemachtig prachtig. Het bruist, het leeft en je hebt in ieder geval zát tijd, toch.
Vanaf ‘mid’ wordt het toch wat serieuzer, je weet inmiddels wat je leuk vindt, waar je last van hebt en je hebt het druk, druk, druk. In ieder geval té druk om je met je eigen ‘oud’ bezig te houden. Wat er om je heen oud wordt, dat zie je natuurlijk wél en je neemt je sowieso voor om het níet op die manier te doen. Dan, érgens in de periode ‘mid’ gebeurt er wat. Iets met jezelf, je omgeving, in ieder geval iets waardoor je vragen gaat stellen, vooral aan jezelf. “Is dit het nou”, “blijf ik dit doen tot aan mijn AOW?” “Ik dacht dat ik het wel naar mijn zin had, is dat ook zo”? Van ‘alles weten en niemand nodig hebben’ én het idee tijd zát te hebben, verschuiven de perspectieven en is ineens niets meer zo zeker als het leek.
Geef een reactie
Je moet inloggen om een reactie te kunnen plaatsen.