Ouder worden, in jaren dan, de meesten van ons is dat wel gegeven. Voor ouderen voelt het als ‘het ene moment ben je jong, het volgende oud’. Kijk je vooruit, dan is alles en iedereen 10 jaar of ouder gewoon oud. Kijk je terug, dan komen de kreten als ‘het nieuwe vijftig, het nieuwe zestig en tegenwoordig zelfs het nieuwe zeventig! Leeftijd is maar een getal. Nou vergeet het maar, als de teller ergens op staat bén je het gewoon. Hoe ga je er mee om, dat is een ander verhaal en daar gaat dit o.a. over.
Even los van het getal, wanneer ben je oud? Het begint natuurlijk al als ‘vreemden’ U tegen je zeggen, kennelijk zien zij iets dat dat oproept. Ga je het vaker hebben over vroeger of zeg je met enige regelmaat (sommigen te pas en te onpas) “ik weet nog goed…”, of “ik kan mij nog goed herinneren dat….”, dan zit je al in een bedenkelijke fase. Ben je die grens voorbij, dan valt het op dat de aanvang van gesprekken áltijd gaat over wat ons allemaal mankeert, pijntje hier, pijntje daar. Meestal zijn dat monologen, de een begint over ‘pijntje’ hier, de ander valt standaard in met een “dat heb ik precies hetzelfde” of begint over een eigen pijntje ‘daar’. Van enige dialoog is zelden sprake, zo van “goh, wat vervelend voor je en wat heb je er aan gedaan, of hoe ga je daar nou mee om, of, hoe ziet de nabije toekomst er voor je uit? Dan is er nog een significant kenmerk, het advies! Ouderen, vanzelfsprekend hebben zij alles al meegemaakt (!), geven jongeren graag en veel advies, vrijwel altijd ongevraagd. “Je kunt in het vervolg beter…” of “de volgende keer moet je het toch écht anders doen, want..”. Is er nog meer? Vast wel en het komt zeker ook nog wel ter sprake. Nog één ding, ouderen doen alles veel langzamer, nee, zij nemen niet meer tijd of doen het niet persé zorgvuldiger, gewoon langzamer. Dat is niet handig, want het lijkt of er nog zeeën van tijd zijn en die zijn er niet! Sterker nog, de klok tikt gewoon door, waarbij het soms zelfs lijkt of hij sneller tikt dan vroeger. Da’s onzin natuurlijk. En toch, tijd is niet onze grootste vriend, het glipt ons soms als los zand door de vingers. Reden genoeg om wat extra aandacht te geven, niet zozeer aan de tijd, dan wel aan de manier waarop wij die tijd gebruiken.
70 worden en wat dan?, gaat over ouder worden en ouder zijn en wat wij mogelijk nog aan onze (jawel, ónze, ik ben d’r inmiddels ook een) vastgeroeste patronen of malle gewoonten kunnen doen om het wat leuker te maken. Je bewust zijn van e.e.a. kan je mogelijk behoeden voor valkuilen, of laat je inspireren (da’s van alle leeftijden) tot nieuwe ideeën, een ander perspectief. Wellicht is ouder worden of zelfs oud zíjn dan veel leuker dan je dacht.
Constant Lamp
19-12-1954